Na een periode van veel denken, rekenen, tekenen, boren, zagen en schroeven is het eindelijk zover dat de pedaalkoppel geplaatst kan worden. Voor de niet-zo-ingewijden: dat is een (mechanische) voorziening op een orgel om, als je met je voeten op het pedaalklavier speelt, de corresponderende toetsen voor het handklavier mee te laten bewegen, zodat de tonen die je met je voeten bespeelt versterkt en in klank meer gevarieerd kunnen worden.
De pedaalkoppel in mijn orgel bestaat uit twee gedeelten: een wellenbord om de beweging van de pedaaltoetsen over te brengen naar de toetsen voor de handen en een koppelmechaniek om deze verbinding me een registerknop in en uit te schakelen. Het totaal bestaat uit meer dan 800 onderdelen!
Ik heb mezelf ten doel gesteld een pedaalkoppel te maken die niet vergrendeld hoeft te worden en waarbij ook geen grote veerkracht, zwaartekracht of weerstand voelbaar is, zoals bij sommige orgels het geval is. Bovendien heb ik de koppelmechaniek zo ontworpen, dat de koppel tijdens het spelen in en uit te schakelen is (voor moderne orgels is dat redelijk vanzelfsprekend, voor historische niet).
Op het moment van schrijven is de koppel nog niet helemaal klaar: alleen de abstracten, de ‘verbindingsdraden’, moeten nog geplaatst worden. Maar een kleine test leert dat het wel belooft te gaan werken!
Op YouTube geef ik een korte demonstratie van de werkzaamheden in Utrecht en van de werking van het systeem. Hieronder zijn bovendien enkele onderdelen te zien (klik op de afbeeldingen voor vergrotingen):